Wat voor gedrag een kind ook laat zien, het staat nooit op zichzelf. Of het nu om woede aanvallen, een angstprobleem of een negatief zelfbeeld gaat. We zouden het kind onevenredig belasten als het naar therapie mag om een oplossing voor haar ‘probleem’ te vinden, en dat is dan dat. Een volwassene zou zoiets niet klaarspelen in zijn eentje, een kind kan dat zeker niet. Een gemotiveerd kind is een ding. Daarnaast hebben ouders, opvoeders en hulpverleners de taak om mee te zoeken naar de sleutel tot verandering.
Bij een intake wordt daarom altijd het systeem rond het kind in beeld gebracht. De systemische benadering geeft inzicht in de verschillende levensdomeinen waar de cliënt deel van uit maakt en hoe die op elkaar inwerken. Rond de Levenslijn werkt daarnaast vanuit de contextuele principes waaronder verstaan wordt de invloed van familiesystemen, zowel de huidige als die van voorgaande generaties, op gezondheid en gedrag in het hier en nu.
Fysiek realistisch gezien is de mens een zintuiglijk wezen. Zodra we geboren zijn treedt de sensorische ontvankelijkheid in werking die ons in staat stelt de wereld met ons lichaam te ervaren. Maar we zijn veel meer dan onze vijf zintuigen. Al voor we geboren waren konden we waarnemen wat er in en rond het moederlichaam was, waren we uitgerust met de nodige receptoren om ons op het leven voor te bereiden. Voeg daaraan toe wat er genetisch in de cellen opgeslagen ligt aan eigenschappen en mogelijkheden, plus wat er op het psychische vlak op ons inwerkt vanuit de bedding waarin we gedijen. We zijn niet alleen ons voelen, denken en handelen, we reageren ook nog eens energetisch op onze omgeving. Multi-sensorisch zijn we op een bijzondere manier verweven met het oneindige levensweb.
Als we vanuit deze wetenschap naar gedrag kijken dan wordt het perspectief veel breder en dat ontlast meteen het kind. Het kan namelijk heel goed zijn dat een kind onbewust verbonden is met iets dat niet van haarzelf is. Het pikt iets op, voelt iets wat ‘rondzingt’, iets dat bij iemand anders hoort en voor haar dus moeilijk te benoemen is. Maar het kind moet deze gevoelens uiten en is daarin soms onbereikbaar. Vaak wordt het afgewezen om dit gedrag.
Kinderen ervaren soms gevoelens van ouders of grootouders. Meestal heeft dit te maken met onverwerkt verdriet, onverwerkte boosheid of angst. Wanneer het ongewenste gedrag steeds weer terug komt, moeilijk te corrigeren is, kan dat een signaal zijn dat dit aan de hand is. We onderzoeken dan of het kind onbewust verbonden is met onverwerkte gevoelens in het familiesysteem. Wanneer onbewuste gevoelens bewust gemaakt worden, lossen ze op. En dat maakt het kind vrij.
Recente reacties