Cliëntgericht werken betekent afstemmen op de individuele cliënt. Therapie is maatwerk. Dat begint met een intakegesprek. In dit gesprek wordt de hulpvraag geformuleerd die de ouders voor ogen hebben. In de eerste therapiesessies met het kind wordt ook de hulpvraag met het kind zelf besproken. Wat zou hij/zij anders willen in zijn/haar leven? Hoe zou de therapeut daar bij kunnen helpen? Het kind is de cliënt, de ouders faciliteren. Hierna volgen 3 of 4 observatiesessies waarin de therapeut vooral informatie verzamelt om straks het behandelplan op af te stemmen. Daarnaast wordt in de observatiefase gewerkt aan het opbouwen van de therapeutische relatie. Er is ruimte om elkaar te leren kennen, vertrouwen.
Na de observatiefase volgt de verdiepingsfase waarin actief aan de problematiek gewerkt wordt. Dat kan heel concreet, door de dingen bij de naam te noemen. Maar soms is dat te bedreigend of te moeilijk voor een kind en wordt het probleem op een ander niveau benaderd. Ouders merken in deze fase vaak al een gedragsverandering bij het kind: er wordt iets aangeraakt, wat vast zat gaat stromen. De omgeving op haar beurt reageert daar weer op. Het systeem komt in beweging.
De laatste fase is de fase van acceptatie en verwerking. Nu is het ook de tijd om nieuw gedrag te laten zien buiten de therapiesituatie: de ‘transfer.’ Vaak volgt op deze fase nog een stukje training of coaching bij het oefenen van het geleerde op school en thuis.
Recente reacties